Beleggen in sprinters: De basis

Sprinters zijn een relatief nieuw beleggingsproduct dat in Nederland uitgegeven wordt door de ING bank. Het is een product dat hetzelfde werkt als de turbo’s van de ABN Amro en de Royal Bank of Scotland (RBS). Het zijn producten waarbij u door een hefboomwerking met een relatief kleine inleg toch hoge rendementen kunt behalen, al kan dat zich natuurlijk ook tegen u keren. Maar u kunt nooit meer dan uw inleg kwijtraken, iets dat lang niet voor alle hefboomproducten geldt.

Beleggen in sprinters: De basis

  • Een sprinter is een afgeleid product, de koers reageert op die van de onderliggende waarde.

Een sprinter is een zogenaamd derivaat, een afgeleid product. Het ontleent zijn waarde aan die van een onderliggende waarde. Deze onderliggende waarde kan van alles zijn. Een aandeel, een beleggingsfonds, een index, een grondstof, een valuta, of een obligatie.

  • Beleggen in sprinters is beleggen met geleend geld.

Als u in een sprinter belegt koopt de bank de betreffende onderliggende waarde en financiert hier het grootste gedeelte van, het zogenaamde financieringsniveau. De basiswaardering van een sprinter is dan ook (geen rekening houdend met eventuele valuta effecten en ratio).

  • Sprinter (long) = Onderliggende waarde – Financieringsniveau.

Beleggen in sprinters: De hefboom

U ziet in bovenstaande formule dat bij gelijkblijvend financieringsniveau de waarde van de sprinter gelijk oploopt met de onderliggende waarde. Echter, gezien het feit dat de sprinter veel goedkoper is dan de onderliggende waarde (omdat de bank een groot gedeelte financiert) is de stijging in percentage uitgedrukt veel groter.

  • De hefboom geeft aan hoeveel sneller de waarde van een sprinter verandert ten opzichte van de onderliggende waarde.

Een getallenvoorbeeld ter verduidelijking:

  • Onderliggende waarde: Philips 20 euro
  • Financieringswaarde: 15 euro
  • Turbo: 5 euro

Stijgt de koers van het aandeel Philips naar 25 euro, een stijging van 25%, dan stijgt de sprinter van 5 naar 10 euro, een stijging van 100%. De hefboom is dus 4. Voor elk procent stijging van het aandeel Philips stijgt de sprinter dus 4x zo snel. Maar let wel, hetzelfde geldt voor een daling, ook dalingen worden verscherpt doorgegeven in de waarde van de sprinter via de hefboom.

Overigens ligt de hefboom pas vast op het moment dat u de sprinter koopt. De op dat moment geldende koers van de onderliggende waarde is de referentiekoers.

  • Hefboom sprinter long = Referentiekoers/(Referentiekoers – Financieringsniveau).

In het algemeen is het dus zo dat hoe dichter de referentiekoers bij de financieringswaarde ligt, des te groter de hefboom is. Dat lijkt interessant, maar er zitten ook nadelen aan verbonden. Een sprinter kan immers worden ‘uitgestopt’ .

Beleggen in sprinters: Stop loss

Sprinters zijn gebaseerd op een onderliggende waarde, de aanschaf ervan wordt voor het grootste gedeelte gefinancierd door de uitgevende bank, de zogenaamde financieringswaarde. Dit verklaart waarom de investering in de turbo veel geringer is dan de investering in de onderliggende waarde, en zorgt ook voor de hefboomwerking.

Echter, de bank wil natuurlijk voorkomen dat ze verlies lijden op die financiering. De bank brengt u daarom als sprinterhouder (betrekkelijk beperkte) financieringskosten in rekening. Maar wat nu als de koers van de onderliggende waarde onder het financieringsniveau zakt? Welnu, daar is iets op gevonden waarmee u als sprinter belegger terdege rekening mee moet houden.

De bank legt namelijk een bestens stop loss order in boven het financieringsniveau. Als de koers van de onderliggende waarde op dit stop loss niveau komt wordt deze stop loss order automatisch geactiveerd, waardoor de positie in de onderliggende waarde wordt gesloten en tevens de sprinter zelf ophoudt te bestaan.

Het zou, onder bijzondere marktomstandigheden, kunnen voorkomen dat zelfs activering van de stop loss niet kan voorkomen dat de executie ervan onder het financieringsniveau plaats vindt. De onderliggende waarde zou bijvoorbeeld bij opening kunnen crashen, door slecht bedrijfsnieuws of een andere bijzondere gebeurtenis, waardoor de marktprijs in een klap onder zowel de stop loss alsook het financieringsniveau zakt.

De positie wordt dan toch, ondanks dat dit niet de hele financieringswaarde goedmaakt, automatisch gesloten. Wat gebeurt er nu met het ontstane verlies? Dat is voor de bank, niet voor u.

  • U kunt nooit meer dan uw inleg kwijt raken op een sprinter

Omdat de stop loss order een paar procent boven de financieringswaarde ligt zal onder normale marktomstandigheden de activering van de stop loss order voor een restwaarde zorgen, de bank krijgt immers meer terug voor de sluiting van de positie dan de financieringswaarde. Deze restwaarde komt de sprinter houder ten goede, al kan de afhandeling wel een paar dagen in beslag nemen.

Een groot voordeel van sprinters is dus dat u nooit meer dan uw inleg kwijt kunt zijn. Dit is bij gebruik van effectenkrediet (een lening aangaan op uw aandelenportefeuille om meer te kunnen beleggen) niet het geval. Ook met andere vormen van beleggen met hefboom, zoals termijncontracten of ongedekt opties schrijven, kunt u voor veel meer dan uw inleg het schip ingaan.

Dit is dus een grootvoordeel van het beleggen in sprinters. Het nadeel is natuurlijk dat uw positie onverbiddelijk gesloten wordt bij het activeren van de stop loss. Als de onderliggende waarde daarna toch hersteld dan heeft u het nakijken, tenzij u een nieuwe sprinter positie had ingenomen.

De voordelen lijken ons hier toch aanzienlijk belangrijker dan de nadelen, want bij andere vormen van hefboom beleggen, zoals effectenkrediet, termijncontracten, of ongedekt opties schrijven worden posities vroeger of later ook gesloten, alleen met veel meer schade voor u.

Kortom:

  1. Vanwege de stop loss maakt de bank onder normale marktomstandigheden vrijwel nooit verlies op het uitgeven en financieren van sprinters.
  2. U kunt nooit meer dan uw inleg verliezen, zelfs al vindt de executie van de onderliggende waarde onder het financieringsniveau plaats. Het ontstane verlies is voor de bank.
  3. Nadeel is wel dat de activering van de stop loss de sprinter beëindig, al blijft er doorgaans wel een restwaarde over en dit beschermt ook uw kapitaal, niet alleen dat van de bank.

Geschreven door BeursProf Beleggenstips. BeursProf is een initiatief van een groep enthousiaste academici met passie voor de beurs en beleggen.